|
||||||||
|
We vragen ons af en toe wel eens af waar de hedendaagse muzikanten hun inspiratie halen voor het uitbrengen van nieuwe platen. De Engelse gitarist Martin Simpson en de Duitse gitarist Thomm Jutz die nu in Nashville, Tennessee woont zijn daar heel duidelijk over bij de release van hun album “Nothing But Green Willow” door in de ondertitel van de plaat te vermelden ‘The Songs Of Mary Sands And Jane Gentry’. Dat zijn dan uiteindelijk 13 Engelstalige folkballads geworden die hun oorsprong kennen in de ‘Southern Appalachian’-regionen, het Appalachengebergte in Noord-Amerika. Die ballads behoorden tot de collectie van 100 liedjes die al in 1916 door de Engelse verzamelaar van folksongs Cecil Sharp werden geselecteerd tijdens zijn trip naar Madison County in de Amerikaanse staat North Carolina. Hij overleed in juni 1924 maar die hele verzameling van liedjes werd in zijn in 1932 uitgegeven boek “English Folk Songs From The Southern Appalachians” gepubliceerd. Even een woordje uitleg over de twee vermelde liedjescomponisten: Mary Sands was de schrijfster van 25 van deze liedjes en Jane Gentry leverde 70 liedjes af waarvan Cecil Sharp er 40 voor zijn collectie heeft weerhouden. De Amerikaanse Mary Sands uit Walnut, North Carolina leefde van 1872 tot 1949 en ze was in die tijd gekend als ‘Singing Mary’ met traditionele folksongs als haar muzikale expertisegebied. Jane Gentry stamde ook uit North Carolina (Watauga County) en zij leefde dan weer van 1863 tot 1925 waarbij ze negen kinderen heeft gekregen en haar componeerwerk ook toespitste op Appalachian folksongs. Martin Simpson en Thomm Jutz kozen specifiek voor deze twee vrouwelijke songschrijvers omdat zij op één of andere manier de geschiedenis van de folkmuziek hebben bepaald omdat hun nummers over archetypen gingen, geïdealiseerde oermodellen uit de culturele tradities die de basis vormden voor allerlei latere varianten. Hun songs geven de ‘roots’ van de traditionele folkmuziek weer die in de volgende eeuw als inspiratiebron diende voor de vele folkmuzikanten en songschrijvers. Voor de opname van deze plaat konden Simpson en Jutz een beroep doen op de muzikale hulp van een reeks Britse en Amerikaanse artiesten. Zo zingt de Britse singer-songwriter Emily Portman het openingsnummer “Fair Annie” en de Amerikaanse bluegrassartiesten Sierra Hull en haar echtgenoot Justin Moses zingen de tekst van het nummer “Geordie”. Ook de Amerikaanse Odessa Settles stamt uit het bluegrassmilieu en zingt op dit album het nummer “Pretty Saro”. De Britse singer-songwriter en multi-instrumentalist Seth Lakeman speelt op gitaar en zingt het nummer “Edward” en fiddler Tim O’Brien zingt de song “Edwin In The Lowlands” die u op de eerste audiovideo kunt beluisteren. De Amerikaanse bluegrassmuzikanten Dale Ann Bradley en Tim Stafford brengen daarna het liedje “Jacob’s Ladder” en de Noord-Ierse folkzangeres Cara Dillon zingt “Come All You Fair And Tender Ladies”. De song “The Wagoner’s Lad” die u op de tweede video kunt horen is het enige nummer dat door Martin Simpson wordt gezongen en collega-gitarist Thomm Jutz neemt de vocale taken voor zijn rekening in de liedjes “The Gypsy Laddie” en albumafsluiter “Awake! Awake!”. Daarvoor heeft de Amerikaanse countryzangeres en violiste Tammy Rogers al “Married And Single Life” gezongen, de Britse multi-instrumentaliste Angeline Morrison het nummer “The Suffolk Miracle” en de Engelse folkzangeres en professor etnomusicologie aan de ‘Sheffield University’ Fay Hield het liedje “I Whipped My Horse”. Ter vervollediging van al deze informatie: Martin Simpson en Thomm Jutz spelen bij elk nummer op deze plaat mee op hun ‘Martin’-gitaren. (valsam)
|